Wat deden de dokters tegen de pest?
De dokter in de 14e eeuw werden toen kwakzalvers genoemd. Deze kwakzalvers waren best professioneel in die tijd. Ze konden heel veel dingen zoals tanden trekken, botbreuken genezen en nog veel meer. Maar jammer genoeg konden ze weinig aan de pest doen. Ze probeerde zoveel zoals: bulten op te maken. Er werden verschillende geneesmiddelen gemaakt. Ze verbrandde hout met een geur om de lucht schoon te maken. Op de grond werd er ook rozenwater en azijn gestrooid. Dat deden ze om de stank van verrotte voedsel weg te halen. Er werden heel veel voedingsmiddelen gemaakt en de dokters zeiden dat de mensen die voedingstoffen moeten gebruiken om niet zo snel dood te gaan. Het kon soms helpen maar meestal niet. Het was ook te slecht voor hun. De dokters dachten om de mensen te kunnen genezen moeten de mensen vrede maken met god. Want de mensen dachten dat de pest is ontstaan doordat het een straf van god was. De mensen deden het toch, want ze dachten dat de pest hulpeloos was. Dat er geen medicijnen er gemaakt konden worden. De dokter hadden niet echt een medicijn voor de pest waar ze mee beter werden. het ging steeds een beetje voor beetje weg. en daarna ging de pest weg.